Burn out als wake-up call

Burn out als wake-up call

Jevve Jans

Als je te lang iets doet waar je niet gelukkig van wordt, heb je een aanzienlijk meer kans op het ontwikkelen van overspannenheid, stress en burn-out gerelateerde klachten. Het komt er op neer dat de verbinding tussen jou en je kern langzaam wordt verbroken. Burn-out is een wake-up call. Het is tijd om je leven onder de loep te nemen.

Burn-out is een ziekte van deze tijd. Je hoort en leest er overal over. Volgens cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek heeft 10% van de Nederlandse beroepsbevolking last van burn-outverschijnselen. Er zijn veel overeenkomsten met andere aandoeningen, zoals stress, overspannenheid, depressie, chronisch vermoeidheidssyndroom maar er is ook verschil. Het gaat mij nu niet om de specificatie met betrekking tot de exacte diagnose, maar om het meer algemene beeld achter dit soort klachten. Voor het gemak gebruik ik de term burn-out omdat de klachten volgens mij veelal te maken hebben met overspannenheid, intens moe zijn en uitputting.

Wat gebeurt er dat we allemaal zo opgebrand zijn? Volgens mij zijn er meerdere aspecten die samenlopen en die leiden tot diepe ontevredenheid over hoe je je leven leidt. Deze worden beïnvloed door de eisen van de maatschappij enerzijds en persoonsgebonden aspecten anderzijds. In onze samenleving ligt er heel veel nadruk op ‘presteren’, voldoen aan de eisen van je omgeving, laten zien wat je waard bent. Ook de verhoogde snelheid waarop we informatie moeten verwerken, ook op de werkvloer maar ook daarbuiten, speelt mee. Als je een sensitieve persoonlijkheid hebt met boven gemiddeld verantwoordelijkheidsgevoel en de neiging tot perfectionisme dan heb je meer kans dat de batterij leegloopt dan dat hij opgeladen wordt. Zo raak je opgebrand. Wat is er nu eigenlijk aan de hand?

De samenleving

De druk waaraan we in deze tijd worden blootgesteld, is enorm. Steeds meer mensen zijn zoekend in hun leven naar hoe zij zichzelf staande moeten houden. Er hebben op meerdere vlakken veranderingen plaatsgevonden die invloed uitoefenen op ons functioneren in de samenleving. We zijn anders naar werk gaan kijken, en de samenstelling van het gezin en de rolverdeling daarbinnen is veranderd.

Vroeger bestond het gezin uit man, vrouw en kinderen; de hoeksteen van de maatschappij. In dat scenario werkte de man buitenshuis, de vrouw thuis. Je werkte bijna je hele leven op een plek, je werd steeds beter in wat je deed en verbond je met je bedrijf en de collega’s. Nu wordt er van je verwacht dat je “nieuwe uitdagingen” opzoekt, niet vastroest en jezelf steeds verbeterd wat leidt tot kortere dienstverbanden en minder commitment. Ook daar is de wereld sneller geworden. Bevalt het niet, of beval jij niet, dan stop je, of wordt je eruit gegooid. Dat laat minder ruimte voor groei en ontwikkeling die plaatsvindt door de gang van de tijd. De werksituatie wordt uitdagender maar ook onzekerder.

Ten aanzien van de verandering met betrekking tot de rolverdeling tussen man en vrouw ging de vrouw in het kader van de emancipatie (gelijke rechten en kansen) ook buitenshuis werken. En niet alleen daarom, je moest wel met z’n tweeën gaan werken om genoeg inkomen binnen te halen om een huis te kunnen kopen en om een bepaalde levensstandaard te kunnen blijven handhaven die we wilden nastreven in opvolging van de beelden die we voorgeschoteld krijgen via TV en sociale media. “Je bent (waard) wat je hebt.”

Vervolgens zie je een tendens dat meer dan de helft van de gezinnen het samen niet meer redden en uit elkaar gaan en een co-ouderschap regeling treffen. Nu hebben we dus twee huishoudens die het hoofd boven water moeten zien te houden en alles rond moeten zien te krijgen; het huishoudelijk werk, de boodschappen, de kinderen, het werk, het sociale leven. En niet vergeten dat je er ondertussen ook nog goed uit moet zien. s’Avonds zijn we moe en om tot rust te komen, gaat de TV aan en hebben we ondertussen een iPad op schoot om Facebook door te scrollen. De vraag is hoeveel ruimte er over blijft voor voelen wat we voelen en om de vraag te stellen: “Is dit nu wat ik echt wil met mijn leven?” Of misschien stel je die vragen helemaal niet en ga je maar door in die trein, want hij staat nu eenmaal op dit spoor en raast met hoge snelheid door zonder dat je erover nadenkt.

Opvoeding en programmering

Een ander aspect wat invloed heeft op het ontwikkelen van burn-out klachten is hoe jij als mens in het leven staat en hoe je over jezelf denkt/voelt. Dit bepaalt je copingstrategieën en uiteindelijk je welbevinden. Een kind ontwikkelt zich in de eerste zeven jaar op een onbewust niveau (theta/hypnose) waardoor het in staat wordt gesteld te leren van zijn ouders en omgeving door nabootsing en de ervaringen die het heeft. Het brein neemt alles als een spons op en geprogrammeerd als het ware de computer die vervolgens verantwoordelijk is voor het functioneren. 95% van het functioneren wordt bepaald door deze onbewuste programmering. Het kind (0-7 jaar) ontwikkeld zijn fysieke lichaam, leert zitten en lopen, praten en de sociale regels van omgangsgedrag. Volgens ontwikkelingspsycholoog Erikson (1902-1994) ontwikkelt de mens zijn identiteit volgens 8 stadia (later werden dat er 9). In de zuigelingen fase ontwikkelt het kind vertrouwen versus wantrouwen, in de peuterleeftijd autonomie versus schaamte en twijfel en in de kleuterleeftijd initiatief versus schuld. Vervolgens komen vlijt versus minderwaardigheid aan de orde. Identiteit versus identiteitsverwarring komt in de adolescentie aan bod, gevolgd door intimiteit versus isolement in de jongvolwassen tijd. Dan is de basis gelegd, de onbewuste programmering, van waaruit het individu zich verhoudt tot anderen en tot de wereld en zijn leven invulling geeft.

Burn-out als wake-up call

Al vanaf heel jongs af aan is er een overlevingsmechanisme in werking wat functioneert op basis van angst; het wil ons behoeden voor uitsluiting en afwijzing; de zogenaamde existentiële leegte en dood. We doen er alles om dit niet te laten gebeuren. Om te overleven en om deel te zijn van de sociale groep passen we ons aan. We leren afstemmen op wat anderen van ons vinden en van ons willen. We nemen onze eigen emoties niet serieus of laten ze ondergeschikt zijn aan de behoefte naar erkenning en bevestiging door anderen. We treden als het ware de wereld tegemoet met een harnas om ons heen. De radar die constant in werking is (doe ik het goed genoeg?) zorgt voor spanning. We zijn op een onbewust niveau altijd klaar om te vechten, te vluchten of te bevriezen, alsof er een constante dreiging aanwezig zou zijn. Vanuit die angst moeten we onszelf steeds bewijzen, dat we het wél waard zijn, terwijl we innerlijk overtuigd zijn dat het niet zo is.

Door dit harnas verliezen we niet alleen het contact met anderen om ons heen, maar ook met onszelf. We weten op den duur niet meer wát we voelen, wát we willen. En als we het al weten, dan durven we er vaak niet voor te gaan staan, wederom vanuit de angst voor afwijzing of het verlies van aanzien en inkomsten. Dit is een innerlijk conflict wat heel veel energie vraagt en ervoor zorgt dat we afgesloten zijn van ons innerlijk voelen, weten en onze innerlijke wijsheid en kracht. We zijn zo gewapend in hoe we omgaan met anderen dan de energie niet meer stroomt, we zijn losgekoppeld van onszelf en raken uitgeput. Daar is de burn-out. Het signaal dat we wakker moeten worden.

Kwestie van overleven in plaats van leven

Steeds meer mensen vragen zich af wat het doel is in hun leven; wie ze zijn en wat ze willen. Ze zijn terecht gekomen op een plek waarvan ze zich afvragen of dit het wel is. Maar innerlijk leeft de wens om vervulling te geven aan de wens van de ziel. De ziel is gekomen met een reden en verlangt naar expressie van het unieke zelf. Het knaagt als het niet gehoord wordt.

Onze samenleving richt zich primair op het verstand. Mensen proberen met hun hoofd te bedenken hoe ze het antwoord op die zoektocht naar vervulling gaan vinden. Maar met denken gaan we de oplossing niet vinden. Volgens de antroposofie kan je met het hoofd alleen na-denken, dit wil letterlijk zeggen ‘terug kijken’ naar wat er gebeurd is. Zo kom je echter niet te weten wat je (in de toekomst) echt wilt. Daar heb je je gevoel bij nodig.

Een nieuwe weg inslaan

Als we op zoek willen gaan naar een vervullend leven dan leidt die zoektocht ons naar onze gevoelswereld. We hebben geleerd ons aan te passen om geaccepteerd te worden. Daar zit de angst dat we niet goed genoeg zijn, dat we gaan falen, dat we moeten buigen anders breken we. De programmering die eens functioneel was, werkt niet in ons voordeel. Het is tijd voor een herziening.

Er zijn twee aandachtspunten:

  1. Enerzijds moeten we de eisen die ‘de maatschappij’ aan ons stelt, loslaten. Zijn we vrij om te doen wat we eigenlijk willen of zitten we vast aan een baan die onze hoge levensstandaard en ons zelfbeeld betaalt?
  2. Anderzijds zullen we ons van onze negatieve overtuigingen moeten bevrijden die ons laten geloven dat we niet goed genoeg zijn, dat we vroeg of laat zullen falen, dat we het niet waard zijn. We moeten patronen die zelfdestructief zijn loslaten, disfunctionele gedachten over onszelf veranderen en onze onverwerkte zaken uit je verleden aanpakken.

Als we willen herstellen van een burn-out moeten we onze angsten onder ogen zien. Het is tijd voor een innerlijke opschoning. Oude negatieve overtuigingen mogen plaats maken voor de universele waarheid; dat je er mag zijn, zoals je bent. Er komt veel energie vrij op het moment dat je de pijn en het ongemak aankijkt en kan (ver)dragen. De grondvesten van je huis worden verstevigd en je kan beter omgaan met wat er allemaal op je afkomt en met wat je allemaal aan (verborgen) gevoelens in je hebt.

Dit innerlijk werk kan je op veel manieren doen. Vanuit mijn eigen levensvragen en thema’s ben ik al meer dan 25 jaar bezig met (zelf-)studie in de sociale, psychologische en spirituele kennis -en ervaringsgebieden. Ik heb veel gewerkt binnen verschillende therapeutische stromingen, zowel ‘praat’ therapie als lichaamsgerichte vormen. Elke vorm bracht zijn inzichten, ervaringen en groei. De diepste veranderingen in hoe ik mezelf ervaar en hoe ik in het leven sta komt bij mij echter door therapeutisch werk in hypnose. Je werkt direct met het onderbewuste, daar waar de programmering zit en je kan alle vormen van therapeutisch werk (Inner Child Therapy, Inner Dialogue, Partstherapy, Vergevingswerk, Schaduwwerk enzovoort) doen met het onderbewuste (95%) in plaats van met de beperkte bewuste mind (5%), wat het veel en veel doeltreffender maakt. Op deze manier kan je mooie stappen zetten. Om terug te komen op de ontwikkelingsfasen van Erikson, met hypnose kan je van wantrouwen naar vertrouwen gaan, van schaamte en twijfel naar autonomie, van schuldgevoel naar initiatief, van identiteitsverwarring naar identiteit, van isolement naar intimiteit, van stagnatie naar stromen en van wanhoop naar integriteit. Zo vergroot je zelfdragend vermogen en kan je zijn wie je bent.

Bio

Jevve Jans is geregistreerd therapeut/coach en breed geïnteresseerd in allerlei vormen van therapie en zelfrealisatie. In 2017 heeft zij AmaLuz, Praktijk voor Therapie en Persoonlijke ontwikkeling geopend. Zij zet zich in om mensen te begeleiden die last hebben van burn-out, overspannenheid, stress, blokkades en angsten. Zij is doctorandus in de Psychologie, master in Dans-en Bewegingstherapie en gecertificeerd medisch hypnotherapeut. Zij combineert haar kennis uit verschillende stromingen binnen de psychologie (Gestalt, zijns-oriëntatie, psycho-dynamische therapie) en lichaamsgerichte therapieën met meer filosofische en spirituele kennis en ervaring. Kenmerkend voor de sessies is dat er gewerkt wordt met trance en hypnose om te kunnen veranderen op de diepste lagen van het onderbewuste. Zo ga je naar de kern en word je wie je bent. Meer info www.amaluz.nl.